Speltherapie, hartstikke ingewikkeld!

 

Spel biedt de mogelijkheid om alledaagse ervaringen een plek te geven in het brein.“Dit geldt ook voor ingrijpende ervaringen die een jong kind meemaakt”, vertelt Eveline Groothoff, klinisch psycholoog en hoofddocent bij de RINO Groep. “Via vrij spel kan een kind veel beter vertellen waar het mee zit dan in een rechtstreeks gesprek.” Dat klinkt eenvoudig, maar is het niet. “Het stellen van een diagnose ofhet geven van therapie met behulp van spel is aan strakke regels gebonden.”

Door: Jan de Graaf

 

Spel inzetten als diagnostisch en therapeutisch middel klinkt verleidelijk,maar is nooit de eerste stap. Eveline Groothoff benadrukt het belang om altijd met een gesprek te beginnen.“Als dat lukt, is dat alleen maar beter. Het voorkomt een langdurig zoektraject,waardoor eerder met behandeling kan worden begonnen.” Vaak lukt hetechter niet via een gesprek, ondermeer omdat jonge kinderen met eenhulpvraag bijna altijd gestrest zijn. “Dit kan komen doordat ze te veel woede of angst in zich hebben. Vroeg of laatloopt zo’n gesprek vast en word je nietveel wijzer. En een vierjarige die zegt meestal maar wat. Jonge kinderen vinden het moeilijk direct de kern te pakkenvan wat hen dwars zit of waar hetover gaat.” Een spelsessie aanbieden is volgens Groothoff een veel mooiere manier omer achter te komen hoe het kind in hetleven staat. “Te meer daar het spel zelf al de stress verlaagt, ook bij heel angstige kinderen. Spel is namelijk een natuurlijke activiteit van kinderen. Spel is vrij en actief. In het spel kunnen kinderen de meest gruwelijke dingen spelen. Het is veilig, want het is niet echt.Wèl net echt. In dit net-echte schuilt de enorme kracht van spel. Spel is een soort taal voor het kind en daarmee een expressief middel. De speelobjecten,spelhandelingen en spelthema’s zijn als woorden voor een kind. Wiedie taal verstaat, kan het kind begrijpen. Wie mee durft te spelen kan met een kind via het spel communicerenen in contact treden.”

 

Behandelkader

De spelpsychotherapiemethode is inzetbaar wanneer er zorgen zijn wat betreft de ontwikkeling, zowel emotioneel als gedragsmatig. “Dat betekent meestal dat er met zo’n kind iets aan de hand is. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is geweest van nare gebeurtenissen die een min of meer chronisch verloop hebben gehad gedurende een bepaalde tijd. Ook een enkele heftige gebeurtenis die het kind niet op zijn eigen wijze kan verwerken kan de aanleiding zijn.” Maar het middel mag niet zomaar worden ingezet. “Er mag geen enkele therapie gestart worden als er niet eerst een goed behandelkader gemaakt is”, zegt Groothoff met stemverheffing. “Voor een goed behandelkader moet je doelen formuleren,weten wanneer je gaat evalueren enwaar je naar toe wilt werken. Dat kan alleen maar als je enigszins een idee hebt wat een kind mankeert. Dit betekent dat je begint met diagnostiek.”

 

Speldiagnostiek

Voor het stellen van een diagnose met behulp van spel, zijn doorgaans maximaal drie spelsessies nodig. “De eerste sessie start altijd met de ouder erbij”, vertelt de psychotherapeute. “Deze legt zo kort mogelijk uit wat de zorgen zijn en waar die mogelijk mee te maken hebben. Hierdoor krijg je als therapeut het mandaat om als de ouder weg is vragen te stellen overwat is aangereikt. Bovendien voorkomt het gesprek met de ouder dat je ineensmet iets nieuws komt aanzetten, het belangrijkste is namelijk reeds verwoord.”

 

Een goed ingerichte spelkamer is van belang voor een succesvol verloop. “Dit betekent dat het kind kan kiezen uit meerdere mogelijkheden.” Het eerste aanbod gaat om vrij spel. Belangrijk zijn onder meer een zandtafel,een watertafel, poppen, pluchen beesten, een poppenkast, een poppenhuishoek, zowel wilde als tamme dieren, soldaten, menspopjes, een kasteel, dokterskoffer en een winkeltje. Kortom, zaken die voor het jonge kind van belang zijn. “Maak zeker aan het begin van de eerste sessie een rondleiding met het kind”, luidt haar advies. “Vervolgens mag het kind zelf een keuze maken. Aanvankelijk zal de

begeleidende houding overwegend volgend zijn. Wordt duidelijk waar het kind mee zit, dan kan de therapeut een meer actieve houding aannemen en gerichter meespelen. Dit geldt vaak voor de tweede en derde sessie. Met name in de derde sessie zal de speldiagnosticus de ideeën die gevormd zijn in de eerste twee sessies verder willen uitwerken en toetsen.”

 

Lees verder: https://www.vakbladvroeg.nl/userfiles/files/VroegDEC14-pag16-17-18-19.pdf